Waarom zijn er op dit moment niet voldoende middelen in de fondsen?

FAQ categorie
Algemeen
FAQ onderwerp
Financieren

Door de restauratieachterstand (slecht/matig) in niet-woonhuis rijksmonumenten, hogere marktrente, inflatie en stijgende bouw- en energiekosten zien we een toenemende vraag op onze fondsen voor met name grootschalige restauratie en verduurzaming van rijksmonumenten (industrieel erfgoed, kerken, kloosters etc.).  Op dit moment kunnen we ook niet alle eigenaar-bewoners helpen met een laagrentende lening voor restauratie en/of verduurzaming van hun rijksmonument. We maken ons samen met onze partners sterk voor voldoende middelen. 

Door aflossingen op al verstrekte leningen (revolverende werking) en nieuwe middelen vanuit het ministerie van OCW zijn er vanaf 2026 weer meer middelen beschikbaar.  

Het Restauratiefonds is opgericht met de gedachte om met iedere subsidie-euro meer te doen voor het behoud van erfgoed. Door het laten terugvloeien van rente en aflossing in revolverende fondsen kunnen we telkens opnieuw monumenteigenaren ondersteunen. De eerste euro wordt nu voor de vierde keer uitgeleend: een duurzame financieringsbron in de monumentenzorg in Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk.   

De fondsen zijn niet onuitputtelijk. De revolverende werking is op dit moment niet toereikend voor de grote vraag naar laagrentende leningen voor (grootschalige) restauratie en verduurzaming. Daar komt bij dat de relatief jonge fondsen nog niet op volwassen/sterkte zijn om genoeg te revolveren. Het gaat met name de fondsen voor grootschalige restauratie en verduurzaming. Juist daar zijn nieuwe middelen vanuit het Rijk extra hard nodig, met name door tal van grootschalige erfgoedopgaven (restauratie, verduurzaming en herbestemming van kerken, oude fabrieken etc.).   

Het op sterkte en volwassenheid komen van de fondsen is een voorwaarde voor optimale financiële ondersteuning van eigenaren bij erfgoedopgaven. Nieuwe stortingen vanuit het Rijk zijn nodig om die eigenaren te ondersteunen die voor grote complexe opgaven staan.