Vervallen watertoren wordt minimaatschappij voor makers

- 5 min
- Nijmegen
- 2024
Hoe financier je een monument, dat boven op een ander gebouw staat? Voor die opgave stonden de drie Nijmeegse vrienden Wimke, Bauke en Bas. Ze waren op zoek naar een nieuwe plek voor hun werkplaats, waar creatieve ondernemers terecht kunnen voor een werkplek. Al snel viel hun oog op de monumentale watertoren van het NYMA-terrein, dat boven op een ander gebouw staat. Dat maakte de herbestemming in Nijmegen tot een uitdaging, die ze uiteindelijk wisten te overbruggen met hulp van het Restauratiefonds.

De Nijmeegse vrienden werken alle drie in de maakindustrie. Wimke is productvormgever en automonteur, Bauke is meubelmaker en Bas is architect. De vrijdag was hun traditionele ‘makersdag’ voor gezamenlijke klussen. Bas: “Tijdens het klussen ontstond het idee van een eigen werkplaats. Een makersplaats waar 130 creatieve ondernemers een atelier kunnen huren, maar ook gebruik kunnen maken van allerlei faciliteiten, zoals vergader- en workshopruimtes en een schaftlokaal.” Acht jaar lang zaten ze met hun makersplaats gevestigd in de Nijmeegse Honingfabriek, die ze volledig naar hun hand hadden gezet. Maar toen de gemeente besloot om hier woningen te bouwen, moesten ze op zoek naar een nieuw onderkomen.
Bouwtechnische uitdaging
Na de herbestemming van de Honingfabriek hadden de mannen de smaak te pakken en zagen ze een volgend groot project meer dan zitten. Dat werd de oude watertoren op het NYMA-terrein. Een 29 meter hoog gebouw, boven op een voormalige kunstzijdespinnerij. Dat maakte de herbestemming bouwtechnisch tot een uitdaging. Bovendien was de toren in slechte staat. Zo zaten er bakstenen los en konden er zelfs stenen naar beneden vallen. Maar de drie vrienden waren vastbesloten de watertoren een tweede leven te geven. Bas: “De watertoren is bepalend voor de skyline van de stad.
Het is de enige Nederlandse watertoren die boven op een ander gebouw staat. Uniek


Niet voor de winst
Nog voor de financiering rond was, gingen de mannen aan de slag. De valgevaarlijke bakstenen werden verwijderd en er werden plannen gesmeed voor de indeling van de toren. Bas: “We brachten verdiepingen aan, zodat we zeven lagen kregen, die we ieder een eigen functie gaven. Van beneden naar boven: horecagelegenheid, keuken, vergader-, workshop- en expositieruimte en een panoramabar.” En dat alles zonder winstoogmerk, want geld verdienen vinden de mannen niet zo belangrijk. Bas: “We herbestemmen niet voor de winst. We ontwikkelen vastgoed om een minimaatschappij te creëren. Een plek waar makers kunnen maken en iedereen daarvan kan meegenieten tijdens workshops, exposities en evenementen.”
Nijmegenaar van het jaar
Naast het maatschappelijke doel van de herbestemming, was ook duurzaamheid een prioriteit. Uiteindelijk is het de vrienden gelukt de herbestemming te realiseren met minimale milieubelasting. Bas: “We gebruikten deuren en andere onderdelen uit de Honingfabriek en bouwden remontabel, zodat materialen hun waarde behouden. Voor de isolatie van de toren gebruiken we Naturoll en voor de vloeren kruislaaghout, duurzaam en recyclebaar.” Hun focus op mens, milieu en maatschappij is niet onopgemerkt gebleven. Want het trio werd in 2024 uitgeroepen tot Nijmegenaar van het jaar. Bas: “Die prijs verdien je als je van toegevoegde waarde bent voor de stad. Dat dit wordt gezien door het stadspanel van duizenden mensen is te gek.”


Alle vertrouwen
Omdat de watertoren op een ander gebouw staat, was de financiering van de herbestemming een complexe puzzel. “Daar zijn we drie jaar mee bezig geweest”, zegt Bas. “Gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland schoten te hulp met subsidies. En via het Restauratiefonds konden we een Gelderse Monumentenfonds-hypotheek krijgen. We werden direct serieus genomen door het Restauratiefonds.” Harry Kers, accountmanager bij het Restauratiefonds, was nauw betrokken bij het project en vult aan: “Op het moment dat we de hypotheek toekenden, was er nog geen huurder voor de horeca. Maar we hadden er alle vertrouwen in dat ze een exploitant zouden vinden. Zouden ze ergens anders aankloppen, dan moesten ze inderdaad eerst een huurder hebben. Maar dát is het verschil tussen een bankier en een financier.”